Lakwerk is vaak hét criterium waar een houten of metalen meubelstuk of trap op wordt afgerekend. Net daarom wou Jan Verschaeve, zaakvoerder van de gelijknamige trappenmakerij uit Lauwe, dit proces volledig zelf onder controle hebben. Midden dit jaar kocht hij bij WSB een hogedruk dubbelmembraanpomp Cobra® en het elektrostatisch spuitpistool GM5000EAC van Wagner aan. “Hoewel we het nieuwe systeem pas in gebruik hebben, zien we nu al een kwaliteitsverbetering in vergelijking met de vorige aanpak”, zegt hij.
Nadat Daniël Verschaeve in 1960 met een eigen schrijnwerkerij begon, specialiseerde hij zich vanaf medio jaren zeventig in trappen. In 2006 liet hij de zaak over aan zoon Jan, die op dat moment al geruime tijd in het familiebedrijf actief was. Inmiddels gaf Jan de microbe ook al door aan zijn zonen Steve en Bjorn. “Onze focus ligt op houten trappen, daarvan maakten we er vorig jaar 1850. Dat aantal zullen we in 2017 zeker overtreffen. Daarnaast hebben we ook een metalen afdeling die, naast balustrades, jaarlijks zowat honderd trappen produceert.”
Hoe is de samenwerking met WSB Finishing Equipment gegroeid?
Jan Verschaeve: “Zowat tien jaar geleden leverden zij de eerste hogedruk plunjerpomp voor het lakwerk van houten trappen. Dat was een Wagner Puma 28-40 Icebreaker op aircoat-basis, een toestel dat nog altijd perfect functioneert en eigenlijk amper onderhoud vereist, op het jaarlijks vervangen van de spuittip na. Voor mij is de Icebreaker de Rolls Royce van de plunjerpompen.”
Wesley Christiaens, technisch commercieel adviseur bij WSB: “Die duurzaamheid en betrouwbaarheid zijn onder meer te danken aan de luchtmotor, die ijsvorming in het circuit voorkomt en daardoor in alle werkomstandigheden voor goede prestaties kan zorgen. Om aan de stijgende vraag naar houtlakwerk bij Trappen Verschaeve te voldoen, leverden wij zowat zes jaar geleden met de Wagner EvoMotion nog een andere hogedruk plunjerpomp.”
Waarom besliste u om nu ook zelf het metaallakwerk te verzorgen?
Jan Verschaeve: “Dat spuitwerk leverden we tot voor de zomervakantie van dit jaar uit aan een externe partner. De kwaliteit van het metaallakwerk voldeed evenwel niet altijd aan onze hoge eisen en we hadden geen controle over de leveringstermijn. Bovendien zorgde de vroegere aanpak ook voor heel wat transportkosten. We contacteerden WSB om eens te bekijken welke oplossingen ons hierbij konden helpen.”
Welke producten worden hiervoor ingezet?
Wesley Christiaens: “Na een analyse van het productieproces, bleek de hogedruk membraanpomp Cobra® 40-10 in combinatie met het aircoat elektrostatisch pistool GM 5000 hiervoor het meest geschikt.
Het systeem kenmerkt zich door een snelle terugverdientijd en een hoge betrouwbaarheid. Deze exclusieve pneumatische hogedrukpomp zonder pakkingen leent zich voor Airless en AirCoat-toepassingen tot 250 bar. De pomp is ook inzetbaar voor moeilijke en reactieve lakken (zoals uv-lakken, isocyanaten, acrylaten en heel schurende materialen) door de minimale afschuifkracht, het ontbreken van wrijving in het vloeistofgedeelte en de volledige afdichting, waardoor er geen contact is tussen het materiaal en de externe atmosfeer. Het systeem werkt met weinig pulsaties en produceert een gelijkmatige verfstroom. Dat heeft een positieve impact op het spuitbeeld en de oppervlaktekwaliteit. Het inwendige volume is tot een minimum beperkt, waardoor bij het spoelen weinig spoelmiddel vereist is – amper één liter – en er ook weinig restafval is.”
Met welke spuitpistolen worden de solventgedragen verven aangebracht?
Wesley Christiaens: “Dat gebeurt met de elektrostatische spuitpistolen GM5000. Die zorgen voor een gelijkmatige laagdikte door de homogene uitlijning van de elektrostatische veldlijnen. Deeltjes die met dezelfde polariteit zijn geladen, verbeteren het vernevelingsvermogen, wat de kwaliteit van de oppervlakteafwerking verbetert. Het systeem werkt met een omgripeffect, waardoor de lak die door het spuitpistool elektrostatisch wordt geladen, naar alle zijden van het geaard voorwerp wordt aangetrokken. Dat levert een tijdsbesparing op en zorgt ervoor dat bij bepaalde stukken zelfs vanuit één zijde kan worden gecoat.”
Hoe ervaart u het werken met de nieuwe aanpak?
Jan Verschaeve: “Nu al merken we een mooie resultaatsverbetering in vergelijking met de vorige aanpak, toen met een potpistool werd gewerkt. Daar was de transferefficiëntie 40 procent, terwijl die nu – afhankelijk van het te lakken stuk – 70 tot 90 procent bedraagt. Onze operator kreeg van WSB al een interessante opleiding bij ons op het bedrijf en krijgt binnenkort nog een ‘opfrisbeurt’, zodat hij nog beter gewend geraakt aan het nieuwe systeem.”
Wesley Christiaens: “Het vergt inderdaad een aanpassing bij de operatoren, omdat ze tijdens het lakken eigenlijk geen mist van spuitnevel meer zien. Daardoor kunnen ze de indruk krijgen dat ze over te weinig verf beschikken, maar het tegendeel is waar: het spuitrendement ligt tot wel 45% hoger als bij niet-elektrostatische systemen. Er is ook minder solventuitstoot, terwijl de operator efficiënter en gezonder kan werken. Ook de filters van de spuitcabine worden op deze manier minder belast.”
Jan Verschaeve: “Een extra pluspunt is dat de investering prijsgunstiger was dan verwacht. Met de informatie die we nu hebben, hadden we eigenlijk veel sneller moeten durven investeren in het zelf verzorgen van het metaallakwerk, zeker met de mogelijkheden die WSB ons aanbood.”
